Concertreis 2010, naar de Champagnestreek.

Champagne, voor vele celebreties een godendrank. De decadente wereld van de high society, de sjeiks in Dubai en de “groten en rijken der aarde” beschouwen dit als de drank bij uitstek om te serveren tijdens de vele “bruisende” bubbelparty’s in hun chique villa’s, op hun luxueuze jachten of op hun,voor ons onbetaalbare, hotelkamers.

Aan mij is het echter niet besteed. Misschien kreeg ik tijdens de bescheiden, low budget recepties die ik bijwoonde een “namaak brouwsel” of een soort van mindere kwaliteit in mijn kelkvormig glas gekieperd, de degustatie in één van de betere champagnehuizen die op het programma staat, zal hierin allicht enige duidelijkheid scheppen.

Ook al is de bestemming en het ginder geproduceerde vocht niet echt “mijne meug”, de sfeer tijdens de vorige concertreizen, de toffe medereizigers en de puike organisatie zijn voldoende motiverend om mij ook dit jaar weer in te schrijven.

Zaterdag ochtend, bij het krieken van de dag loopt onze wekker af, snel even onder de douche en dan gepakt en gezakt richting Gildenhuis. Ons bescheiden stadsautootje kreunt onder zijn lading, waarom wou onze zoon per sé “batterist” worden……

We arriveren bijna als eersten, vlug een tasje verkwikkende thee bij François, daarna stoppen we in sneltempo de van honger grollende maag van de luxueuze “Van Bogget” bus vol met bagage en instrumenten. Achter een openstaand luik zit een heel bataljon bierbakken discreet verstopt, yes, het gaan weer plezante dagen worden.

Om stipt 08.00 uur vertrekken we richting Champagne streek. Oef, de chauffeur blijkt net zoals ik Michel te heten, dit voorkomt allicht de “Ronny-Rudy-bestuurders-naams-verwarring” (62 punten bij scrabble) van twee jaar terug. Bovendien heeft hij hetzelfde horecabuikje als ik, we zijn dus in goede, veilige en vakkundige chauffeurshanden.

Na de gebruikelijke verwelkoming door onze voorzitter, worden we voorgesteld aan onze gids annex reisleider Bob. Hij zal ons begeleiden gedurende deze trip, al onze problemen trachten op te lossen en fungeren als tolk, maar vooral zijn enorme bagage aan kennis aangaande alle aspecten van de streek zal menigeen verbazen.

Ons vlotte soepele gangetje wordt in de omgeving van Tubise onderbroken. File, file en nog eens file ; blijkbaar is de hele snelweg afgesloten en worden we via kleine omliggende dorpjes omgeleid. De sfeer op de bus zit er al goed in. Voor ons is dit slakkengangetje dus niet echt een probleem. Voor onze chauffeur zijn het echter enkele kilometers vol met “stressmomenten”.

Aan de grens gaat het weer mis, een blonde Belgische “douaneuse” (vrouwelijke-Belgische-Franstalige-douanier is immers te lang voor het naamplaatje dat met trots op haar borst(en) is geprikt) houdt ons staande……. na een uitgebreide “paperassen controle” mogen we verder, blijkbaar zitten er enkel brave Belgische staatsburgers op de bus.

De rest van de trip verloopt vlekkeloos en met een uurtje vertraging arriveren we net na de middag in Reims.

We zijn een uurtje vrij. Sommigen gaan vlug ergens een snack knabbelen. Ikzelf had net mijn laatste sandwiches uit onze meegebrachte picknick verorberd en had dus meer zin in een lekker fris pintje.

We reden meer dan 300 kilometer richting zuiden, toch zijn de biersoorten die hier op de menukaart staan bijna allemaal Belgische abdijbieren, ik hou niet zo van deze degustatiebieren en kies uiteindelijk voor een pilsje uit “Le Pays Bas”, een Heineken op een Frans terras………, dit is nu niet direct mijn idee over leven als God in Frankrijk.

Na een uurtje verzamelen we aan het Fontaine Subé op de Place Drouet d’Erlon, hier start onze rondleiding door Reims. Bob loodst ons langsheen ontelbare statige gebouwen en legt ons, alsof hij leraar architectuur was, het verschil tussen de verschillende bouwstijlen uit.

Vooral de verhalen rond Jeanne d’Arc, Clovis, Lodewijk de Vrome en andere duistere figuren uit een ver verleden, maken de rondleiding extra leerrijk.

Als laatste bezoeken we de kathedraal van Reims, een enorm bouwwerk met een enorm aantal sculpturen in het portaal. Ppersoonlijk vind ik het iets te overweldigend, een beetje teveel van het goede, trop c’est trop.

Op de terugweg trakteert onze voorzitter ons nog op een drankje in taverne Hemingway. Iets  wat bij deze tropische temperaturen meer dan welkom is.

Bij het verlaten van Reims mag Michel zijn rijvaardigheden tonen, een verkeersbord langs de ene en een afsluiting langs de andere kant maken het afslaan extra smalletjes.

Na iets meer dan een uurtje arriveren we aan hotel Mercure in Troyes, het uitladen van de bagage, het inchecken, het uitdelen van de elektronische kamersleutels, alles verloopt perfect.  Wat nogmaals bewijst dat Frans en Willy alles tot in de puntjes hebben voorbereid.

Vlug de kleren in de kast, een beetje opfrissen, even languit op het bed, vechten met de airco en verlichting want om 19.10 h worden we verwacht in restaurant L’Alsace.

In dit stijlvol, landelijk ingericht etablissement worden we verwend met een groentesoepje, rijst met twee soorten vis en een dessertje met koffie.

Hierna trekken we de stad in op zoek naar vertier, ambiance, leute en vooral veel drank. De drie eerste items zijn met dit gezelschap steevast aanwezig en de ontelbare terrasjes zorgen bij deze zomerse avond voor genoeg alcohol houdend vocht.

Het was vandaag toch wel een vermoeiende dag. Vroeg uit de veren, een lange busreis, een fikse wandeling in Reims maar bovenal de verzengende hitte eisen hun tol en laten me voelen dat ik de twintig al lang gepasseerd ben (en ook de dertig, ja ook de veertig en volgend jaar zelfs de vijftig).

Iets na middernacht verlaten we moe maar voldaan het terrasje van bar-restaurant L’Odyssée.

Er rest ons nog een korte wandeling naar het hotel waar ik in het gevecht tegen klaasvaak al tijdens de eerste ronde knock out ga.

Zondagmorgen :  om 07.00u begint onze gsm te kreunen en te knorren op het nachtkastje.

De stralende zon schijnt al door de gordijnen en het weerbericht op de televisie belooft ons een schitterende maar warme dag. Dus vlug onder de douche en dan naar beneden voor het ontbijt.

Blijkbaar zijn we vandaag bij de vroege vogels en zitten er nog maar een paar mensen in de ontbijtzaal. Dit geeft ons de mogelijkheid om het uitgebreide ontbijtbuffet eens grondig te inspecteren. Hierbij ontdek ik een eierkoker, dit zal Margot ten goede komen, hierover later meer…..

Met een zwaar dagprogramma in het vooruitzicht (lees veel terrasbezoekjes) lijkt het me verstandig om een stevig “fonke” te leggen en geniet ik van een stevige portie spek met eieren aangevuld met “des petites saucisses”. Stilaan loopt de zaal vol. Sommige wakkere, vrolijke gezichten, hier en daar een iets minder opgewekt gelaat en allicht ook eentje met een houten kop.

Zo ééntje uit de “Schnitzschule” van twee jaar geleden !

Terwijl ik Sarah feliciteer met haar negentiende verjaardag en hiervan uiteraard profiteer om zo een “scheun joenk meiske” enkele dikke kussen te geven, zie ik dat Margot een eitje uit het mandje neemt en dit zonder eerst te koken op haar bord legt. De slechte Michel in mij zegt me te zwijgen en het fototoestel al scherp te stellen. De goede Michel overwint echter en besluit haar te verwittigen zodat haar maagdelijk wit kleedje niet veranderd in een met eigeel besmeurd stuk textiel.

We verzamelen om 09.30u in de lounge waar Bob ons opwacht voor een wandeling doorheen Troyes. Ondanks dit redelijk vroege uur schijnt het zonneke al stevig op ons bolleke. Gelukkig lopen we regelmatig doorheen smalle steegjes en straatjes waar we beschermd zijn tegen de schadelijke uv-stralen.

Troyes heeft de zelfde vorm als een champagnekurk, we starten onze wandeling in het stuk dat normaal in de fles zit en lopen door de Rue Emile Zola, de belangrijkste winkelstraat van het stadje, richting zuiden.

We bezoeken La Maison de l’Outil, hier wordt getoond met welk eenvoudig gereedschap men in die tijd huizen bouwde. Het is onvoorstelbaar dat al deze architecturale hoogstandjes met zulke simpele middelen konden gerealiseerd worden.

Via la Rue Urbain IV bereiken we een gezellig binnenkoertje waar Bob ons het verhaal van de hoofse liefde, l’amour courtois, in geuren en kleuren en tot in de diepste details uitlegt. Ik zie enkele vrouwen al wegdromen…….

Langs ontelbare straatjes, steegjes, winkeltjes en cafeetjes trekken we noordwaarts naar de kop van de champagne kurk. Onderweg passeren we een pleintje met een, ietwat gehavende, vleugelpiano.

Een stoeltje en een bak met witte en zwarte toetsen, hier kan onze chef moeilijk aan weerstaan en het duurt dan ook niet lang of de eerste rock & roll akkoorden galmen over de Place Saint-Pierre.

Onze voorzitter besluit ons, op het gezellige terrasje rond de piano, te trakteren op een frisse pint. Groot is mijn verbazing dat hier Jupiler van het vat wordt geschonken tegen een, voor Frankrijk zijnde, redelijke prijs. Eindelijk een lekkere pint, zalig weer op een terrasje in een prachtig decor met zalige live muziek, dit is wel leven als God in Frankrijk……

We bezoeken nog even in sneltempo de kathedraal van Troyes, bekend om de enorme lichtinval die dank zij de enorme glasramen de prachtige binnenkant feeëriek verlicht.

Iets na de middag arriveren we in restaurant Le Bistroquet waar we kunnen genieten van een lekkere lunch, aangevuld met enkele glaasjes witte wijn.

De muzikanten moeten tegen 15.00u in uniform en met instrument aan de kiosk zijn. Wijzelf hebben dus ongeveer een uurtje vrij en besluiten dit relaxed door te brengen op het terrasje van L’Odyssée.

We arriveren net op tijd, samen met de muzikanten op de bus, in het parkje net naast de Place Jean Moulin. Op weg naar de kiosk spotten we her en der fleurige zonnekloppers die languit op het gras liggen te genieten van de, toch wel sterk uit de kluiten gewassen, lentezon.

De muzikanten van onze Franse collega-harmonie zitten reeds met hun instrument in de aanslag en het duurt dan ook niet lang of  de eerste klanken weerklinken door het park. Hier en daar gaat er wel eens iets fout “on stage” maar als we achteraf vernemen dat deze bezetting nog maar twee jaar bestaat, kunnen we hun dat moeilijk kwalijk nemen.

Na een half uurtje is het de beurt aan de Reetse Concertband. Het aansleuren van de instrumenten, het opstellen van het slagwerk, het stemmen, alles is voor deze ervaren muzikanten routine en is dan ook in een oogwenk gebeurd.

Al snel galmen de eerste tonen van Sir Duke van onder de, ietwat gehavende, kiosk. Het valt meteen op dat er in vergelijking met onze Franse vrienden, in deze harmonie meer kracht, meer volume, meer “body” zit, al de verschillende instrumenten vormen samen een prachtig harmonieus geheel. Oeps, nu besef ik het pas, daarom noemt men zoiets misschien een harmonie…

Tijdens nummers als El Bimbo, Tribute to Yves Montands  en de Santana Medley zie ik de toeschouwers echt genieten. Sommigen met de ogen gesloten, anderen sterk onderuit op hun stoeltje, hier en daar een voetje of een hand dat ritmisch mee beweegt.

Bij het horen van het prachtige Matrimony van Gilbert O’Sullivan en het alom gekende Tequila van The Champs, beiden ambiancenummers van topformaat, kunnen sommige luisteraars hun ledematen niet meer bedwingen en wordt er lekker mee “geshaked”.

Als na het concert een oud vrouwtje, zittend op een schaduwrijke bank, goedkeurend haar duim omhoog steekt weet ik voldoende. Dit optreden werd door het publiek enorm gesmaakt. Meer dan 240 jaar repeteren werpt zijn vruchten af……..

Onder het motto vele handen maken het werk licht, helpen we onze Franse vrienden bij het opruimen van de kiosk en het omliggend pleintje. Daarna worden we uitgenodigd voor een drankje in de lounge van het Théâtre de La Madeleine.

Na het welkomstwoordje door de Franse dirigent blijkt nogmaals hoe veelzijdig onze voorzitter is. In quasi vloeiend Frans bedankt hij alle muzikanten en overhandigt hij, onder luid applaus, een tinnen schoteltje.

Het is vrij warm in dit, met veel glas omringde zaaltje en we besluiten, na het nuttigen van een “namaak champagne”, ergens een koel terrasje op te zoeken.

We belanden terug bij bar-restaurant L’Odyssée waar we een plaatsje in de schaduw opzoeken en ons verkoelen met enkele biertjes.

Snel even langs het hotel om ons wat op te frissen en omstreeks 19.00u trekken we terug naar L’Alsace waar we weerom genieten van een lekker avondmaal.

Nadat we ons buikje lekker rond hebben gesmuld, besluiten we om terug te keren naar het Jupiler kroegje aan de piano, in de hoop hier nog wat te kunnen genieten van de warme avondzon en het prachtige decor, aangevuld met een muziekje.

Als we arriveren zit er een Fransman op de piano te rammen. Allicht heeft hij wel muziek gestudeerd maar vermoedelijk zorgen talloze glaasjes witte wijn ervoor dat zijn vingers niet altijd de juiste toetsen bereiken. Omdat we dit niet langer kunnen aanhoren, besluiten we de hulptroepen in te roepen en bellen naar Erik. Het kostte ons uiteindelijk nog heel wat moeite om Erik op het pianostoeltje te krijgen maar na het luidkeels scanderen van Erik, Erik, Erik…… werden we getrakteerd op een kort maar krachtig stukje muziek.

Ook het jong muzikaal talent kunnen we overhalen om hun kunnen te tonen op de piano, na enkele geïmproviseerde recitals keren we moe maar voldaan terug naar het hotel. Omstreeks middernacht duik ik in het heerlijke bed, reeds in dromenland alvorens mijn hoofd het kussen raakt.

Maandagochtend, de laatste, maar uiteraard niet onbelangrijke dag : Champagne proeven. Eindelijk ga ik weten of ik inderdaad altijd maar “namaakbrouwsels” kreeg voorgeschoteld.

Na een verfrissende douche snel de kledij terug in de sporttas stoppen, daarna voor de laatste maal smullen van het uitgebreide ontbijtbuffet, een degelijke portie spek met eieren zodat ik, tijdens het proeven van de zogenaamde godendrank, stevig in mijn schoenen sta.

Om stipt 09.30u zit alle bagage in de bus en kunnen we vertrekken richting Epernay. Onderweg worden we door Bob perfect voorbereid op ons bezoek aan een Champagneboer. We leren over de drie soorten druiven die in champagne verwerkt worden : de Chardonnay, de Pinot Noir en de Pinot Meunier.

Ook het proces om van Champagne een mousserende wijn te maken, geperfectioneerd door de benedictijner monnik Dom Perignon, wordt tot in de puntjes uitgelegd.

Ondertussen glijden de enorme, door landbouw gecultiveerde, velden aan ons voorbij tot we uiteindelijk in de verte de heuvels van de Champagne Ardennes zien verschijnen.

We houden halt in Epernay aan Champagnehuis “De Castellane” waar we ons vlug in drie groepen verdelen, naargelang de taal van de gids. Ik sluit me aan bij de “Engelstaligen”.

Al snel dalen we af in de diepe kelders waar we de, in enorme roestvrijstalen kuipen opgeslagen, voorraad druivensap kunnen bewonderen. Daarna lopen we door de kilometers lange, in krijtsteen uitgehakte, gangen waar de fermenterende champagne een drietal jaar wordt bewaard.

Ondertussen verklapt onze gids, in “Allo Allo” Engels, alle trucjes om druivensap om te toveren tot Champagne.

Onderweg staat de mechanische evolutie betreffende het dagelijks draaien en kantelen van de flessen tentoon gesteld. Van zuivere handenarbeid, waarbij de flessen omgekeerd in eikenhouten planken zitten, tot de volledig gerobotiseerde machines.

Eindelijk het moment suprême van deze concertreis :  de Champagne degustatie. Na een reclamespotjes-achtige uitleg over de verschillende soorten Champagne die men hier maakt, kunnen we eindelijk proeven van deze “godendrank” waar heel de jetset liters van drinkt tijdens het ontbijt.

Vol enthousiasme neem ik een flinke teug van het eerste glas, brrrrrrr, toch helemaal niet zo lekker als ik dacht. Ook bij het proeven van een tweede glas van nog betere kwaliteit huiver ik.

De rillingen lopen over mijn rug…….. Dit is toch niet wat ik er van verwacht. Over smaak, kleur en vrouwen kan je niet discussiëren en allicht zullen velen dit “het beste op aarde” vinden, neen, niet voor mij.

Baden in een antieke badkuip, gevuld met “bubbelende Champagne” zou volgens de legende ook een helende en ontspannende werking hebben maar gezien de astronomische prijzen per fles is dit ook voor mij niet weggelegd. Ik zal het maar bij een lekker Belgisch pilsje houden,

Na een korte trip per bus houden we halt aan l’Auberge Champenoise waar we genieten van een heerlijk middagmaal en enkele biertjes. Hierna begint de lange terugtocht richting Reet.

Onderweg houden we nog halt aan La Touage souterrain de Riqueval. Een 5670 meter lange tunnel die door Napoleon, niet hijzelf maar zijn Duitse slaven uiteraard, werd gegraven om de boten op het “Canal de Saint-Quentin” onder de dorpjes Bellicourt en Bony door te trekken met behulp van kettingen.

Aanvankelijk werden slaven ingezet om de schepen te verslepen, daarna paarden maar uiteindelijk werd alles geëlektrificeerd.

In het cafeetje aan de overkant betaalt onze voorzitter nogmaals een drankje en een stukje taart. Omdat we eigenlijk wat in tijdnood zitten, we willen namelijk graag rond 20.00u thuis zijn, besluit Willy te vertrekken richting Gildenhuis, België.

Het oponthoud aan de péage en de Belgische grens vinden we niet zo erg. De voorraad Maesekes slinkt vlotjes en terwijl we het filmpje van de concertreis naar Oostenrijk bekijken, vliegen de kilometers autosnelweg voorbij.

Net over de grens nemen we afscheid van Bob, onze gedreven gids die soms wel wat langdradig overkwam maar deze trip toch tot een leuke leerrijke uitstap heeft gemaakt.

Omstreeks 21.00u arriveren we in Reet waar een welkomst comité ons staat op te wachten. In record tempo wordt de bagage uitgeladen en verzamelt iedereen in het Gildenhuis voor nog een laatste pintje, aangeboden door onze harmonie en surplus nog eentje van François en Gilberte.

Het was reeds de vierde concertreis die we mochten meemaken, en het was zoals steeds weer enorm plezierig. Alles was tot in de puntjes voorbereid. Alles verliep perfect en wat uiteindelijk het belangrijkste is, de sfeer zat er weer goed in.

Ook al zijn wij geen musicerende leden, toch voelen we ons aanvaard in de groep en kunnen we iedereen tot onze vrienden rekenen.

‘k Ben er zeker van dat in de achterhoofden van Willy en Frans al ideeën zitten voor binnen twee jaar………

Tot slot wil ik nogmaals iedereen bedanken, organisatie, bestuur, muzikanten, onze gids en chauffeur en alle andere medereizigers, bedankt voor deze toffe concertreis.

Hopelijk tot binnen twee jaar.

Michel